banner_kerk3.jpg
joomla responsive menu free

De regenboog

"Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende ziel, van alle vlees dat op de aarde is."
Genesis 9:16

Deze week was de biddag voor gewas en arbeid. Hoe zien we het nieuwe seizoen tegemoet? Hoe zal het gaan de komende tijd? Hoe zal het met de oogst gaan op het veld? We weten dat de gewassen op het land kunnen verregenen. Er kan ook een hittegolf komen, waardoor alles wegkwijnt. Nee, we denken niet zonder zorg aan de toekomst. De economie trekt dan wel weer wat aan, maar wie garandeert ons dat deze herstelt?
En wie geeft ons de zekerheid dat we niet werkeloos worden? De wereld om ons heen wordt bedreigd door terreur, door oorlogsgeweld, door ziekten. En ook voor u als weduwe, en voor u die ernstig ziek bent, valt het niet mee om vooruit te kijken. Hoe zal het gaan? Zo kunnen er donkere wolken boven ons samenpakken. En dan te bedenken dat in ons geen goed woont en we allemaal de eeuwige dood verdiend hebben. Ja, de kiemen van Gods oordeel dragen we in ons mee. We hebben voor het komende seizoen dan ook niets verdiend. Dat het ons toch zou mogen verootmoedigen voor Gods heilig aangezicht. '0, God, ga niet met ons in het gericht.’ Maar we vragen uw aandacht ook even voor wat anders. Kijk eens omhoog. Kijk, daar zien we ook de regenboog staan met zijn prachtige kleuren, de getuige van Gods trouw. En hoe luidde de belofte in Genesis 8:22 ook alweer? Voortaan, al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht niet ophouden. Ja, kijk ook maar eens omhoog, kijk maar naar de regenboog.
Dan hoeft u niet moedeloos te worden, maar mag u al uw zorgen in Gods hand neerleggen. M. Henry schrijft heel treffend: ‘Als wij het meest reden hebben te vrezen, dat de regen de overhand heeft, toont God dit zegel van de belofte, dat hij (de regen) de overhand niet zal hebben.’ Nee, het is niet de bedoeling dat u de oordelen van God vergeet, die verdiend zijn, zeker niet. Maar kijk toch ook eens naar de gouden korrels in de tarwearen. Kijk eens naar het brood dat u voor uw kinderen klaar mag maken. Kijk eens naar de uitreddingen die de Heere gaf in uw leven. Ziet u dan ook niet Gods oneindige trouw over zondige mensen?
Mijn boog. Die is voor Noach óók een teken geweest van Gods reddende genade. En Noach en de zijnen hadden het er niet beter afgebracht dan wij. En toch had God onderscheid gemaakt. Waarom? Hij had naar Zijn streng oordeel de ongelovige en onboetvaardige wereld met de zondvloed gestraft en de gelovige Noach, zijn acht zielen, uit Zijn grote barmhartigheid behouden en bewaard. Hadden ze dat verdiend? Nee toch? Ja, de Heere doet veel meer dan zorgen voor het tijdelijke. De regenboog is er het blijvende bewijs van, dat de Heere een God is van overvloeiende genade voor de grootste der zondaren. En wat is het groot dat een mens eten, drinken en gezondheid krijgt.
Wat is het groot dat we de geneeskunde hebben in ons land. Maar een mens heeft meer nodig. We moeten met God verzoend worden. We kunnen niet sterven met alleen de tijdelijke zegeningen. O, wat is het groot als we Gods zorgende hand mogen ervaren in het leven, maar besef toch ook, het is niet genoeg. Het zal er om gaan of we levend gemaakte kinderen van God zijn geworden. En dat wil God nu ook geven. Daar is de regenboog nu ook een bewijs van. Hij is een God van menigvuldige verlossing. Zie zo aan het begin van het nieuwe seizoen maar eens omhoog, ouders. Het kan nog voor uw kinderen. Zie maar omhoog, kind van God, het kan nog voor uw man of uw vrouw. Er is een mogelijkheid van zalig worden naar het verkiezende welbehagen Gods. Daarom is Noach met zijn acht zielen bewaard gebleven en daarom kan het nu ook voor u nog. Is dat geen wonder?
Ja, dan kan het donker zijn in het leven. Maar het is op aarde nooit zo donker geweest als toen Jezus riep aan het kruishout: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ Daar gingen al Gods baren over Gods Zoon heen. Daar heeft het geklonken: ‘Het is volbracht.' Daarom staat daar ook de regenboog. Zo mogen we een nieuw seizoen ingaan. Noach mocht na de zondvloed aan de slag om de aarde te bebouwen. En het regende op Zijn tijd. En de regenboog was er op Zijn tijd. En ook wij worden geroepen om ons werk te doen. Een ieder op de plaats en in de taak die de Heere hem en haar geeft. Wat rijk als u dan in al die dingen van het tijdelijke God in het oog mag hebben, om te mogen zien op de regenboog.
Ik zal zorgen. ‘Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende ziel, van alle vlees dat op de aarde is’ (Genesis 9: 16). Dat we dan maar tevreden zouden mogen zijn met wat we krijgen voor het komende seizoen. Tevreden met onze kleding en ons voedsel. Dat we maar goede rentmeesters mogen zijn in het heilige besef dat we alles in bruikleen hebben. De aarde zal nooit meer door water vergaan. Maar intussen worden we ook gewaarschuwd: ‘Maar de hemelen die nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, en worden ten vure bewaard tegen de dag des oordeels, en der verderving der goddeloze mensen’ (2 Petrus 3:7). Wat zal dat zijn als de elementen brandende zullen vergaan. Dan zal het er om gaan of u die trouw van Gods levendmakende werk in Christus ziel bevindelijk hebt mogen ervaren in uw leven. Kijk nog eens omhoog. Daar staat de regenboog. Bidt dan met biddag om Gods trouwe zorg voor het tijdelijke, maar vooral om dat levendmakende werk van Gods Geest in uw leven.

Ds. C. van Ruitenburg