De dood van Saul
"Alzo stierf Saul…"
1 Samuel 31:6
"Alzo stierf Saul in zijn overtreding."
1 Kronieken 10:13
Op het gebergte van Gilboa wordt de slag geleverd. Het leger van Israël staat er slecht voor. De Filistijnen dringen meer en meer op. Koning Saul weet wat komen gaat. In wanhopige moedeloosheid heeft hij een bezoek gebracht aan de waarzegster van Endor. Als een gebroken man is hij van dit bezoek teruggekomen. Israël zal verslagen worden en hij zal gaan sterven. In hun aanval richten de Filistijnen zich vooral tegen Saul en zijn zonen. Jonathan, Abinadab en Malchisua sneuvelen in de strijd. Zo blijft Saul alleen over en wordt achtervolgd door de boogschutters van het Filistijnse leger. Angst grijpt hem aan, hij beveelt zijn wapendrager hem te doden. Deze weigert. Dan stort Saul zich in zijn zwaard en doodt zichzelf. Als de onthutste wapendrager dat ziet, pleegt ook hij zelfmoord. Wanneer de Filistijnen de volgende morgen de lijken van Saul en zijn zonen vinden,
gebeuren er nog meer gruwelijke dingen. Nadat de ontzielde lichamen onthoofd zijn, worden Saul en zijn zonen opgehangen aan de stadsmuren van Beth-San. ‘Alzo stierf Saul…’ Wat een tragisch einde. Het begon zo goed. De bescheiden, dappere man wordt als koning aangewezen. Aanvankelijk treedt hij met wijsheid en tact op en begint hij de vijanden van Israël te bestrijden. Maar al spoedig komt aan het licht dat hij niet leeft uit de vruchten van het vernieuwde hart. Hij is niet echt koning bij de gratie Gods. Hij onderwerpt zich niet aan Gods wil, maar doet zijn eigen wil. Dan wijkt de Geest des Heeren van hem en wordt hij meer en meer bezield door een boze geest. Hij komt helemaal in de ban van deze boze geest. Ondertussen vervolgt hij David te vuur en te zwaard. Tenslotte vervalt hij in moedeloosheid en in wanhoop slaat hij de hand aan zichzelf. ‘Alzo stierf Saul in zijn overtreding’. Vreselijk zo te sterven! Zo te vallen in de handen van de levende God! Je kunt niet anders dan met huiver kennisnemen van Sauls levenseinde. De ongelukkige! Hij weet dat hij sterven moet. De pijlen van de Filistijnen hebben hem verwond. Hij ziet en voelt de dood op zich afkomen. De enige zorg die Saul dan lijkt te hebben is om zijn lichaam uit de handen van de vijand te houden. Niets is merkbaar van een heilige bezorgdheid om zijn ziel over te geven in de handen van God. Zoals hij leefde is hij ook gestorven: trots, achterdochtig, verbitterd, een schrik voor zichzelf en zijn omgeving. Hij stierf zonder berouw, zonder gebed om genade. In zijn zonde, in zijn overtreding is hij gestorven. Ook is Saul zijn eigen rechter geworden in het doden van zichzelf. Zelfmoord is zonde. We zijn niet hard als we dit zeggen, want God zegt het Zelf ook in Zijn Woord. Als we het leven van de zelfmoordenaars in de Bijbel nagaan moeten we het ergste voor hen vrezen. Tegelijkertijd mag er diepe bewogenheid zijn met mensen die in depressieve toestand zo verward zijn dat ze niet meer weten wat ze doen. Ons komt het oordeel niet toe, ook niet wanneer een leven tragisch eindigt. Laten we toch toevlucht zoeken bij God Die rijk is in barmhartigheid. Het Woord getuigt van Gods hulp en nood en dood: ‘Wie U aanroept in de nood, vindt Uw gunst oneindig groot’. ‘Alzo stierf Saul’. Weet u waarom dit vreselijke allemaal in de Bijbel staat? ‘Opdat niet iemand in hetzelfde voorbeeld der ongelovigheid valle’ (Hebreeën 4:11). Zoek in Christus geborgen te zijn. Zoek deel te krijgen aan de genade van de Heilige Geest. Hoe diep een mens ook kan vallen. Hoe hoog verzoeking en strijd ook kan oplopen, de Heere laat de Zijnen niet zover vervallen dat zij zondigen ter dood of tegen de Heilige Geest en van Hem geheel verlaten zijnde, zichzelf in het eeuwig verderf storten (zie DL 5.6). De oprechte en godvrezende Jonathan stierf ook in de strijd. Hij sneuvelt onder het zwaard van een Filistijn. Het doet denken aan het woord van de Prediker: ‘Enerlei wedervaart de rechtvaardige en de goddeloze’. Vaak hebben Gods kinderen veel meer strijd en tegenspoed in dit leven dan de goddelozen. En toch … wat een verschil. Reeds in dit leven is er groot verschil. Allen die de Heere vrezen, hoeveel kruis en beproeving hun deel kan zijn, delen in de vertroostingen van het Evangelie. Bij het sterven valt het grootste verschil tussen de rechtvaardigen en de goddelozen. De Heere Jezus zegt: ‘de goddelozen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven’. Voor Jonathan houden droefenis en zuchtingen op. Eeuwige blijdschap wordt op hetzelfde ogenblik zijn deel. Saul zinkt weg in eeuwige pijn, in de eeuwige nacht. Wat een verschil! Sterven in zijn overtreding of sterven in de Heere.
Ds. W. Harinck