banner_kerk4.jpg
joomla responsive menu free

Op eigen wegen krijg je God tegen

"Doch Sarai, Abrams huisvrouw, baarde hem niet; en zij had een Egyptische dienstmaagd, welker naam was Hagar. Zo zeide Sarai tot Abram: Zie toch, de HEERE heeft mij toegesloten, dat ik niet bare; ga toch in tot mijn dienstmaagd, misschien zal ik uit haar gebouwd worden. En Abram hoorde naar de stem van Sarai."
Genesis 16:1-2

De HEERE beloofde Abram dat hij tot een groot volk zou worden. 'Doch Sarai, Abrams huisvrouw, baarde hem niet' (Genesis 16:1). Zo wordt het geloof van Abram beproefd. Abram is nu al tien jaar in Kanaän. Het wordt onmogelijk dat de HEERE Zijn belofte zal vervullen. Dan komt Sarai met een oplossing. Ze had immers een Egyptische dienstmaagd, Hagar; die geeft ze Abram tot een tweede vrouw, zodat er misschien toch een kind geboren zal worden. Dan kan Sarai zich dat kind toe-eigenen en op haar naam zetten. Maar deze weg is een eigen weg, een zondige weg. Had God niet in het paradijs het huwelijk ingesteld tussen 'één man en één vrouw'? Sarai
wilde Abram aanzetten tot overspel. Het laat intussen wel zien hoe zwaar het voor Sarai was om kinderloos te zijn. Sarai wil het zelf oplossen, in een eigen weg.  Zo kan het ook in het geestelijke leven zijn. Wanneer u levend gemaakt bent en de Heere u uit de diepte ophaalde en een belofte schonk, dan kan het zijn dat de vervulling daarvan op zich laat wachten. Dan is het beter om in de onwaardigheid aan Gods voeten terecht te komen, dan om vooruit te grijpen, om God voor de voeten te gaan lopen, om zelf het roer in handen te willen nemen. De Heere kan immers niets van ons gebruiken; Hij doet alles op Zijn eigen tijd, in Zijn eigen weg.  Bovendien: Hij is een God van wonderen. God werkt altijd op het wonder aan. Het is juist Gods weg om door de onmogelijkheid heen Zijn beloften te vervullen. De Heere brengt Zijn kinderen in een doodlopende weg, een stervensweg. Sarai bewandelt een eigen weg. Het is een belediging van de God Die beloofde, het is ongehoorzaamheid aan Zijn heilzame scheppingsorde en ... de ene zonde roept de andere zonde op.  Dan is Hagar in verwachting. Abram krijgt zijn zin. Maar ... het is niet in Gods gunst. Op eigen wegen krijg je God tegen! Van deze zonde komt ruzie. Haat en nijd! Wanneer Hagar merkt dat ze zwanger is, 'zo werd haar vrouw veracht in haar ogen’ (vers 4). Sarai is nu lucht voor Hagar. Ha, nu kan zij wraak nemen op haar vrouw! En Sarai? Zij gaat naar Abram en werpt hem alles voor de voeten. 'Mijn ongelijk is op u' (vers 5). Dat wil zeggen: 'Ik ben verongelijkt, het ligt niet vlak.' Sarai zegt eigenlijk tegen Abram: 'U hebt dit probleem veroorzaakt, los het dan ook maar zelf op'. Abram geeft Sarai nu de vrije hand: 'Zie, uw dienstmaagd is in uw hand; doe haar, wat goed is in uw ogen' (vers 6). Abram wil zich uit de situatie redden, maar bij elke stap wordt de inktvlek groter.  'En Sarai vernederde haar'. Alle frustratie en ellende werpt Sarai op Hagar. Maar Hagars ontwaakte trots verdraagt dat niet meer. 'En zij vluchtte van haar aangezicht'. Abram, wat hebt u nu gewonnen? Op eigen wegen krijg je God tegen. Een beschadigd huwelijk, een verwoest gezinsleven. Een gevluchte Hagar. Alles ligt in puin. Geliefde lezer, soms lijkt een eigen weg een oplossing. Maar op eigen wegen krijg je God tegen. Vraag toch of de Heere u ontdekt aan uw eigen wegen. De zonde is zo Godonterend. De zonde maakt ook scheiding tussen God en onze ziel. En: de zonde eindigt altijd in verwoesting, ellende en ... uiteindelijk in de dood. Want 'de bezoldiging der zonde is de dood'. Hier had God een punt kunnen zetten! Maar God heeft redenen genomen uit Zichzelf om Zich een Kerk te verkiezen, die zalig worden zal. Wanneer een zondaar geestelijk levend gemaakt wordt, gaat hij leren dat hij zich bevindt op eigen wegen en dat hij met al zijn eigen zondige wegen, God tegen heeft gekregen. Dan gaan al onze eigen wegen doodlopen. Dat is een stervensweg! Dan blijf ik over als een rechteloos mens, een vijand van genade, die de dood verdiend heeft. Zo maakt de Heilige Geest plaats voor Christus, Die in de harten van Zijn volk geopenbaard wordt.  Abram zondigde opnieuw tegen zijn God. Al onze zonden moeten verzoend worden. Wat een wonder dat dát mogelijk is! God heeft Zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, gegeven opdat Hij volkomen in Gods rechte wegen zou wandelen. Deze Zaligmaker is Zelf dé Weg, de Waarheid en het Leven. Hij heeft - met eerbied gesproken - God werkelijk tégen gekregen op Golgotha. Hij heeft alles volbracht in plaats van Zijn kinderen. Opdat zelfs een 'wederhorig kroost, altijd bij Hem zou wonen'.

Heer', ai, maak mij Uwe wegen,
Door Uw Woord en Geest bekend.
Leer mij hoe die zijn gelegen,
En waarheen G' Uw treden wendt.
(Psalm 25:2.)

Ds. H.A. van Zetten