David in het land van de Filistijnen
"En David liet noch man noch vrouw leven, om te Gath te brengen, zeggende: Dat zij misschien van ons niet boodschappen, zeggende: Alzo heeft David gedaan! En alzo was zijn wijze al de dagen, die hij in der Filistijnen land gewoond heeft."
1 Samuël 27:11
Achis, de koning van de Filistijnen, is blij geweest met het ‘overlopen’ van David. Hij kan David met zijn leger geoefende soldaten goed gebruiken. Achis denkt dat hij David wel vertrouwen kan. Hij heeft immers ook gehoord dat Saul en David vijanden zijn. Achis geeft aan David de stad Ziklag om daarin te wonen. Ziklag ligt ongeveer achttien kilometer ten zuidoosten van Gaza. Van daaruit onderneemt David verschillende krijgstochten tegen de volksstammen die in de omgeving wonen. Hij ontwikkelt zich als een soort bendeleider aan wiens zwaard niemand ontkomt. Alle vijanden worden gedood, opdat niemand Achis zal berichten wat er in werkelijkheid gebeurt. Zodoende kon David de schijn ophouden dat hij invallen
deed in Juda, terwijl hij in werkelijkheid tegen de Filistijnen en aanverwante volken vocht. Hoe moeten we dit gedrag van David beoordelen? Is dit vleselijk of geestelijk? Hij houdt naar Achis de schijn op een overloper te zijn. Hij zorgt er voor dat niemand na kan vertellen wat er zich in werkelijkheid allemaal afspeelt. Zestien maanden van zijn leven brengt hij op deze manier in Ziklag door. Over deze geschiedenis is al veel nagedacht. Mag je Davids optreden zien als een krijgslist, als oorlogstactiek? Maar ook dan is het gebruik van leugen en bedrog moeilijk te verdedigen. Nee, we kunnen David hier niet in bescherming nemen. List en leugen, ongeloof en wantrouwen zijn kenmerkend voor de weg die David nu gaat. De dubbelzinnigheid in zijn optreden valt niet goed te praten. Het past ook niet bij het geestelijk karakter van de man naar Gods hart. Later heeft hij er ook diep berouw over gehad en heeft hij gebeden: ‘wend van mij de weg der valsheid’. Opmerkelijk is in deze geschiedenis dat de Heere, ondanks Davids gemanipuleer, Zijn doel bereikt. Neemt u Ziklag eens. Oorspronkelijk hoorde deze stad bij de stam van Juda (Jozua 15:31) en later bij de stam van Simeon (Jozua 19:5). We krijgen echter de indruk dat geen van beide stammen Ziklag lang in hun bezit hebben gehad. De stad moet al spoedig in de handen van de Filistijnen gekomen zijn. En zie dan wat de Heere doet. David en zijn mannen krijgen de stad zo maar in handen. Hoe wonderlijk zijn toch de wegen van de Heere. Nog een ander doel wordt bereikt. Als we horen hoe David ten strijde trekt en man noch vrouw van de Gesurieten, Girzieten en Amalekieten laat leven, dan komt dat hard en wreed bij ons over. We zullen echter moeten bedenken dat deze stammen, vanouds Kanaänitische stammen, op Gods hoog bevel verdelgd hadden moeten worden toen Israël het beloofde land veroverde. Dit was toen echter niet gebeurd. David maakte deze nalatigheid goed. God heeft hem hiervoor in Ziklag gebracht. Als toekomstige koning van Israël doodt hij de vijanden van God en Zijn volk. Zo komt het verschil tussen Saul en David opnieuw uit. Saul had deze stammen laten leven. Maar David, als Gods gezalfde, voert de oorlogen des Heeren. Hij heeft de oude twist die God met deze volken had gewroken. Verder leert deze geschiedenis ons de noodzaak van het gebed: ‘Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’. Een bede, die wanneer hij recht gebeden wordt, alles te maken heeft met de belijdenis van onze eigen zwakheid en krachteloosheid. Hier is de meerdere David, de Heere Jezus Christus, nodig. Hij verzweeg de waarheid niet. Ook niet toen Zijn leven er vanaf hing. Eerlijk sprak Hij uit Wie Hij was en waar Hij stond. Die eerlijkheid kostte Hem het leven. Maar zo verlost Hij Zijn Kerk van al de doodsvijanden. Deze Koning alleen kan ons staande houden en daarbij ook sterken door de kracht van de Heilige Geest. Zalig allen die leren strijden onder de banier van deze Koning.
Ds. W. Harinck