banner_kerk5.jpg
joomla responsive menu free

De scholen beginnen weer

"Daniël nu nam zich voor in ziin hart, dat hij zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spiis des konings, noch met de wiin ziins dranks; daarom verzocht hij van de overste der kamerlingen, dat hij zich niet mocht ontreinigen"
Daniël 1:8

Irak! Welke scholier of oudere weet niet, waar we het over hebben? Het land was al overbekend in de tijd van de Bijbel. Het heette toen Babylonië. De Joden wisten er ook alles van. De zonden van het volk, het verlaten van hun volk en het verlaten van hun God deed hen uiteindelijk in Babel belanden.
Vier studiebollen krijgen aan het hof van de koning van Babel een superopleiding tot bestuurlijke bekwaamheden. Het zijn Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Hun opleiding zal drie jaar duren, daarna volgt hun examen voor de koning.
De verantwoordelijkheid voor de opleiding ligt bij de overste der kamerlingen. Ondanks de rechtvaardige toorn van God,
waardoor het volk in ballingschap moest, was deze opleiding toch een teken van Gods goede voorzienigheid. Zullen deze jongens straks niet iets goeds voor hun eigen volk kunnen doen? Het zal blijken, dat de eer van Gods Naam ermee gemoeid is.
Maar er is wel een probleem. Een beproeving zelfs! De jongens zullen voedsel moeten eten, dat bij de wetten van Mozes verboden is. Ze krijgen ook andere namen, die aan de afgoden doen denken. Wat nu? Het laatste is nog te overkomen. Onder elkaar zullen ze hun eigen namen wel aanhouden. Maar hoe moet het met het eten? Maar Gods genade en Geest zijn met hen. Ze zullen die verboden spijzen niet gebruiken! Wat er ook van kome, zij vertrouwen op de Heere.
Maar denk erom: jongens van een jaar of veertien! Zij riskeren een doodvonnis! En hun begeleider, de overste, ook.
Let echter op: ze weigeren niet op een botte wijze; dat zou alleen maar weerstand oproepen. Zij vragen het echter beleefd aan de overste. Ondanks zijn bezwaren geeft deze hen een proeftijd. En God zegende de jongens! Goed gezond, helder van geest, een frisse, intelligente uitstraling.
Ach, hoe vaak hoor je: 'Je kunt toch niet altijd nee zeggen tegen 'vrienden' en de wereld. Dan krijgen ze een hekel aan mij en lachen ze mij uit.'
Maar bij deze Joodse jongens overwon Gods genade. De Heere was met hen, troostte hen in hun 'alleen staan' in dat verre Babel en zegende hen. Zij voelden daarvan de zekerheid in hun hart. Het is heel goed met hen afgelopen.
Nog zal Christus allen, die Zijn Naam belijden voor de mensen, belijden voor Zijn Vader; die Hem verloochenen zullen voor de mensen, zullen door Hem verloochend worden. Wat is het waar: 'Die Uw wet beminnen, hebben grote vrede.'
Mijn jonge vrienden, wil je daaraan denken in je leven! En in je vrijetijdsbesteding!
Onteer God niet. Verderf je ziel niet verder. Zoek de 'vreze des Heeren' door de Geest van de Heere Jezus Christus. Dat geeft pas het echte leven en het begin van eeuwige vreugde.
Moge de Heere jullie nabij zijn in je nieuwe school- en studiejaar. Zoek de Zaligmaker. Denk aan je gedoopte voorhoofd. Is alles mis met je? Christus' bloed wordt je gepreekt, tot verzoening. Christus' Geest wordt je gepreekt tot vernieuwing.
De scholen beginnen weer. En Gods school gaat door. 'Eigen krachten te verachten wordt op Jezus' school geleerd.'

Ds. M.J. van Gelder