banner_kerk4.jpg
joomla responsive menu free

Davids vlucht

"Alzo vluchtte David en ontkwam…"
1 Samuël 19:18

Haaks op de vriendschap van Jonathan staat de haat van Saul. Een haat die zo ver gaat dat hij beveelt David te doden. En al komt koning Saul later op dit bevel terug, toch blijft de haat in zijn hart zitten. Als David op zekere dag voor de koning op de harp speelt, bruist de moordlust weer op in zijn binnenste. Saul werpt zijn speer naar David maar deze weet weg te duiken en de speer blijft trillend in de muur steken. Gods wondere bewaring is hier een feit. ‘Zijn machtig arm beschermt de vromen en redt hun zielen van de dood’. Met een onzichtbare hand heeft de Heere David weggerukt uit de baan van Sauls speer. ‘De Engel des Heeren legert Zich rondom degenen, die Hem vrezen en rukt hen uit’.
Hoe David dit alles heeft ervaren kunnen we lezen in Psalm 59. In deze ‘gouden kleinood’ opent David zijn hart en laat hij ons horen wat er in hem omging in de nacht waarin hij moest vluchten voor de moordzuchtige Saul.
‘Red mij van mijn vijanden, o mijn God! stel mij in een hoog vertrek voor degenen, die tegen mij opstaan. Red mij van de werkers der ongerechtigheid en verlos mij van de man des bloeds…’
Wat een moeilijke weg voor David. Het is een lange weg geweest naar het beloofde koningschap. Het ging zo anders dan gedacht. In de regel gaat Gods weg, in onze beleving, vaak niet recht toe recht aan. Gods Woord laat ons zien dat de weg tot de vervulling van de belofte vaak een weg van strijd en onrust is.
David had de belofte. Hij zou koning worden. Maar de belofte is de vervulling nog niet. Vaak is Gods weg naar de vervulling van de belofte een weg van beproeving. Denk aan Abraham. De Heere beloofde hem tot een groot volk te maken. In zijn zaad zouden de geslachten van de aarde gezegend worden. Het was de belofte van Christus Die uit zijn nageslacht geboren zou worden. Maar Sara is onvruchtbaar. De geboorte van de beloofde zoon blijft uit. Ook is de zoon van de dienstbare, Hagar, de zoon van de belofte niet. En wanneer door de onmogelijkheid de beloofde zoon, Izaäk, is geboren moet Abraham hem op Gods bevel offeren op de heuvel Moria. Wat een onbegrepen weg. Wat een smeltkroes. Is het herkenbaar in uw leven? Soms schijnt het alsof de Heere met de ene hand geeft en met de andere hand weer terugneemt. Dan is het alsof de Heere Zelf het licht van de belofte uitdooft. Hoe onverklaarbaar zijn Gods wegen.
Daar gaat David op de vlucht. Hij zou toch koning worden? Als een vluchteling moet hij proberen uit de handen van Saul te blijven.Het gaat om zijn leven. Is dit nu Gods weg? Werkt de Heere zo op de vervulling aan?
Wat een strijd moet het voor David geweest zijn. ‘Zou God Zijn genade vergeten? Nooit meer van ontferming weten?’
Gods weg is toch de beste weg! Ook al geeft Hij geen rekenschap van Zijn daden. Dan krijgen we geen uitleg bij de krommingen die Hij maakt. Toch is Zijn weg volmaakt. Want de Heere gaat nooit een beproevingsweg met de Zijnen vanuit kwade bedoeling. Ook geeft Hij bij de beproeving de uitkomst.
Davids weg wordt niet omgebogen uit lust tot plagen. Nee, God gaat Zijn eigen weg met het oog op Zijn eer en ons nut. Wat zijn wij vaak traag om te verstaan. We kunnen zelfs harde gedachten krijgen van de Heere.
Maar wie bij de Heere Jezus terecht komt met al de onbegrepen wegen, is op de goede plaats. Wat een zegen wanneer de nacht van strijd en nood ons daar brengt. Dan heeft de beproeving iets goeds uitgewerkt.
Mag ik u, jou op Hem wijzen?! Hij is Davids grote Zoon, de andere Vluchteling, de Heere Jezus Christus. Hij heeft geen zonde gekend noch gedaan. Toch ging Hij een weg vol krommingen, diepten en donkerheid. Als een vluchteling ging Hij over de aarde. ‘De vossen hebben holen en de vogels van de hemel nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets om Zijn Hoofd neer te leggen’. Tenslotte bleef er voor Hem zelfs geen ontkomen meer over. Dan hangt Hij op Golgotha aan het hout van het kruis in het gericht van God. Daar blijft de hemel, het Vaderhuis, voor Hem gesloten opdat vluchtelingen uit het verloren Paradijs bij God een thuiskomen zouden verkrijgen.
Deze Jezus is het Toevluchtsoord voor vluchtelingen. Dan is er een ontkomen van schuld en straf maar ook een troost in nood en strijd. In Hem gaat het licht op in de duisternis van de beproeving. Zoet is de vrede voor het hart dat de toevlucht neemt tot Hem. Het geloof doet ons blind voor de toekomst op Hem vertrouwen. En Deze dierbare Zaligmaker maakt het waar: ‘Hij zal het goede niet in nood, onthouden zelfs niet in de dood, die in oprechtheid voor Hem leven. Welzalig, HEER’, die op U bouwt en zich geheel aan U vertrouwt’!

Ds. W. Harinck