banner_kerk1.jpg
joomla responsive menu free

De Geest van Christus uitgezonden in het hart

"En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God de Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! "
Galaten 4:6
 
De apostel Paulus brengt in dit hoofdstuk een rijk Evangelie. Eerst is het Kerst als Paulus spreekt over de uitzending van de Zoon. "Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet; opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden" (vers 4,5). Maar het blijft niet bij het Kerstevangelie alleen. Hij brengt ook de boodschap van Pinksteren wanneer hij schrijft over de uitzending van de Heilige Geest. Hij verbindt beide heilsfeiten aan elkaar. Kerst en Pinksteren worden zelfs samengevoegd. Als het geen Kerst was geweest, zou het nooit Pinksteren hebben kunnen worden. Alleen omdat de Zoon in Bethlehem geboren wilde worden, kan de Heilige Geest met Pinksteren worden uitgezonden. Twee grote werken van God staan centraal. God heeft Zijn Zoon uitgezonden en heeft ook Zijn Geest uitgezonden. Na de Hemelvaart van Christus daalde de Trooster uit de hemel op aarde neer. De Geest kwam als de hemelse duif om Zijn nest te bouwen in Gods Kerk. Het mag ons niet ontgaan dat Paulus spreekt over de Geest als de Geest Zijns Zoons. De Heilige Geest is hier dus de Geest van Christus. De Geest van Pinksteren is de Geest van Christus. Zo wordt het waar wat Christus gezegd heeft: "Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld". Paulus brengt dit heilsgebeuren in verband met het kindschap van God. "En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God…". Het leert ons dat de aanneming tot kinderen van God het werk is van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Het ziet op de genade van God als de drie-enige, de God van volkomen zaligheid. De verkiezing door de Vader, de verzoening door de Zoon, de heiliging door de Heilige Geest. Elke goddelijke Persoon heeft Zijn aandeel in het zaligen van zondaren. Hier mag het ons gebed wel zijn of God Zijn Geest, om Christus" wil, ook wil schenken in onze harten opdat wij deel zullen hebben aan de genade van de kinderen van God. De Geest Zijns Zoons… Naar Gods belofte zal de Heilige Geest overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Bovenal zal de Geest Christus verheerlijken en zondaren de eeuwige zaligheid deelachtig maken. Zonder de werking van Gods Geest in ons hart staan we helemaal buiten het kindschap van God. Is dat voor u, voor jou reeds een gemis en een bittere smart geworden? Geen deel te hebben aan het geluk van Gods kinderen? Geen God te hebben voor het hart, geen Borg voor de schuld. Wij maken onszelf niet tot een kind van God. Hoe goed wij ook ons best doen. Voor Gods heilige ogen kunnen wij niet bestaan. Wij verdienen weggezonden te worden van voor Zijn heilige ogen! Maar de Geest van Christus is uitgezonden. Het is Zijn werk om kinderen des toorns te maken tot kinderen van de allerhoogste God. Dat gebeurt wanneer God Zijn Geest geeft in het hart. Daar gaat het ook over in deze woorden. Er staat immers dat God Zijn Geest heeft uitgezonden in de harten! Dat is ook in het leven van de Galaten gebeurd. De Heilige Geest opende hun harten. Onder de prediking van het Evangelie brak de Heilige Geest binnen in hun leven. Hoe wonderlijk is toch het werk van Gods Geest! Wie zal kunnen naspeuren hoe de Geest het gesloten mensenhart opent, zodat het acht gaat geven op God en Zijn Woord? Wat een wonder van genade dat God Zijn Geest wil uitzenden in zondige, onreine harten om daarin te wonen en te werken. Waar God Zijn Geest zendt, komt de Geest ook met kracht. Hij opent het hart dat gesloten is. Hij vermurwt dat hard is. Hij besnijdt dat onbesneden is. Onwilligen worden gewillig. Doden worden levend. Kwaden worden goed. In de harten waarin God Zijn Geest uitzendt, wordt het kindergeschrei geboren: "O God! wees mij zondaar genadig." Daar is de droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt. De Heilige Geest legt een onlesbare dorst naar God en vergeving van zonde in het hart. Wat een wonder om als een van verre staande nabij te worden gebracht in het zien op Christus. Dan wordt een zondeslaaf de weg van de zaligheid getoond in het bloed en offer van Christus. Hoe bevrijdend is het geloofsgezicht op de Borg en Zaligmaker. Hij gebonden opdat Hij ons zou ontbinden. Hij van God verlaten opdat wij nimmermeer van God zouden verlaten worden. Omdat Jezus op Golgotha geen Vader meer kon zeggen is de barricade weggenomen en ligt de weg open voor Gods Geest en de aanneming tot kinderen. Het "o, God wees mij zondaar genadig" van de tollenaar mag hier worden: "Onze Vader Die in de hemelen zijt". Wanneer om Christus wil het Vaderlijke van God aan het hart wordt geopenbaard zal het tere en ontroerende antwoord niet achterblijven: "Abba, Vader". Want het is de Geest die onze zwakheden te hulp komt. Die Geest Die het ons voorzegt, Die het in de ziel gaat uitroepen, zodat we het in kinderlijke verwondering nazeggen: "Abba, Vader, Mijn lieve Vader."

Ds. W. Harinck