banner_kerk2.jpg
joomla responsive menu free


Jeugdige Godsvrucht!

"Omdat in hem wat goeds voor den Heere, de God Israëls, in het huis van Jerobeam gevonden is."
1 Koningen 14:13

Het zoontje van Jerobeam, de goddeloze koning over het rijk van de tien stammen, was ernstig ziek geworden. God tastte Jerobeam aan in de gevoeligste plaats van zijn leven. Zijn zoon, de troonopvolger, werd ernstig ziek. Het bracht hem echter niet tot inkeer. De oude profeet Ahia zei daarom tot hem in de naam des Heeren, dat het koningsschap van zijn geslacht zou worden weggenomen en dat zijn kind zou sterven. Niemand van zijn geslacht zou een begrafenis krijgen dan alleen deze jongen. En waarom? De profeet zei: "omdat in hem wat goeds voor de Heere, de God Israëls, in het huis van Jerobeam gevonden is". Er was "wat goeds" in Abia. Wat voor soort goeds is dat geweest? Het was iets goeds "voor de Heere". Dat wijst op een geestelijk goed. Er was iets in de jonge Abia, dat de Heere behaagde. En wat anders kan de Heere behagen dan waarachtige bekering en geloof in Christus.
Door de genade van de Heilige Geest was Abia wedergeboren en tot het geloof in de Messias gebracht. Er was "wat goeds voor de Heere" in hem, dat zichzelf openbaarde in de liefde tot God, de vrees van Zijn Naam en een haten van de kwade wegen. Het ware geloof was in de jonge Abia. Want ofschoon dit niet met name genoemd wordt, toch is dit het motief van al zijn handelen geweest, want "zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen". Geloof in de beloofde Messias woonde in het jonge hart van Abia. Hetgeen de Heere in hem behaagde was geen ijdel vertrouwen op eigen goedheid en deugd. Zo jong als Abia was, toch kende hij zichzelf als zondaar voor God en was zijn oog gericht op de genade van God in de beloofde Messias.
Daarom behaagden zijn werken God omdat zij voortkwamen uit een waar geloof. Het is niet moeilijk om van kinderen kleine farizeeërs te maken, die roepen: "Ik ben heiliger dan u". Onze kinderen zijn er dan trots op, dat zij geen televisie hebben en zondags niet op de sportvelden dwalen. En zeker, dit zijn goede dingen. Maar in Abia was "wat goeds voor de Heere". Het "goed" van de genade, van de ware vrees Gods en het geloof in de Messias was in Abia.
Wat een wonder! Een kind van zulke goddeloze ouders en dan toch "wat goeds in hem voor de Heere". Wat een soevereine genadegift had Abia ontvangen! Er zou immers niets goeds in Abia zijn gevonden, indien de Heere het er niet in gelegd had.
De jonge Abia was ziek geworden en de profeet had gezegd, dat hij niet beter zou worden maar zou sterven. Maar dit was voor Abia niet erg. Er was "wat goeds voor de Heere" in hem.
Kinderen, als jullie nu ook eens zo ziek werden, zou er dan ook in jullie iets goeds voor de Heere gevonden worden?
Bezit je al een nieuw hart, dat de Heere liefheeft en Hem vreest? Heb je jezelf als een groot zondaar en overtreder van Gods geboden leren kennen en is Jezus je enige toevlucht geworden? Is het aan je te merken, zoals de vromen het aan Abia merkten, dat de liefde tot God en het geloof in Christus in je hart is?
Kinderen en jonge mensen kunnen als Abia ziek worden en sterven. Daarom ben je nooit te jong om de Heere te zoeken en in Christus te geloven tot behoudenis van onze ziel.

Ds. W. Harinck