banner_kerk2.jpg
joomla responsive menu free


Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop

"Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop."
Openbaring 3:20a

Onze tekst begint met het woordje 'zie'. Onze opmerkzaamheid wordt dus gevraagd, want wat nu volgt is iets bijzonders. Niemand minder dan de Koning der koningen staat aan de deur des harten te kloppen! Als er had gestaan dat wij stonden te kloppen aan de' deur van Zijn hemels paleis, om van Hém een gunstbewijs te ontvangen, was dat nog niet zo vreemd geweest. Zo is het echter niet. Hij, Die de Amen is, de getrouwe en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods, door Wie alle dingen gemaakt zijn, Die met de Vader en de Heilige Geest waarachtig en eeuwig God is, staat aan de deur van óns hart te kloppen. Dat betekent dus dat Hij voor een gesloten deur staat. Hoe beschamend is het dat ons hart voor Hem gesloten is. Voor de héle wereld staat ons hart open en is het: Binnen zonder kloppen!, maar voor Hem en Zijn genade is ons hart gesloten. Zo is het niet alleen met degenen die met God en godsdienst spotten, zo is het ook met trouwe kerkgangers, die een onbesproken en voorbeeldig leven hebben. Lezen wij van Lydia niet dat ze God diende? Toch moest haar hart geopend worden! Ja, wij kunnen God dienen met een gesloten hart, maar aan de deur van dat gesloten hart klopt Hij, en Hij klopt niet vluchtig, om haastig weer verder te gaan. Nee, Hij stáát en klopt. Hij klopt en wacht tot de deur open wordt gedaan; als dat niet gebeurt, klopt Hij nog eens, nu wat luider, en opnieuw wacht Hij. Als dán de deur nog gesloten blijft, klopt Hij weer en wacht Hij. Nee, Hij heeft geen moker of bijl bij Zich om de gesloten deur stuk te slaan. Hij wil niet als een inbreker binnenkomen, maar als een welkome gast! Daarom klopt Hij zo langdurig en indringend, op allerlei wijze. Hij klopt als u op het ziekbed ligt; als u bij een ongeluk betrokken bent; als u wordt opgeschrikt door een plotseling sterfgeval; als u de gang moet maken naar de akker der doden, om een geliefd pand toe te betrouwen aan de schoot der aarde.
Hij klopt als tegenspoed u overkomt en als u wordt overladen met weldaden. Hij klopt door de prediking der wet, opdat de schrik des Heeren u zou bewegen tot het geloof. Maar Hij klopt ook door de nodiging van het Evangelie. O, hoe vaak heeft Hij al geklopt aan de deur van uw hart? Hoeveel jaren al? Durft u te zeggen dat u die klop nog nooit hebt gehoord? Wat een wonder toch dat Hij nog stééds staat te kloppen aan de deur van uw hart en dat Hij dat wénend doet. Ja, als die deur gesloten blijft, laat het Hem niet onverschillig! Dan roept Hij met tranen in de ogen: "Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient!" Wat krijgt dat woordje 'zie' van onze tekst dán een diepe betekenis!

Ds.J. van Haaren