Zoekt de dingen, die boven zijn
"Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn."
Kol. 1:3a
De Paasmorgen openbaart Gods rechtvaardigheid en Zijn macht. Gods rechtvaardigheid? Ja, dezelfde rechtvaardigheid die Christus' lijden en sterven noodzakelijk maakte, die Hem het oordeel Gods voor de Zijnen deed ondergaan, ontsloeg Hem van het oordeel des doods.
“Het is volbracht” was de uitroep, die over Golgotha's heuvel weerklonk. De schuld is betaald, de vloek weggedragen voor allen, die in Christus begrepen zijn.
En dan beveelt de Zaligmaker Zijn Geest in de handen van Zijn hemelse Vader en wordt ook het oordeel van de tijdelijke dood aan Hem voltrokken. Hij geeft er Zich in over, omdat Hij ook die vijand zou overwinnen.
Op de Paasmorgen breken de banden waarmee Hij Zich vrijwillig liet binden. Zijn Vader ontsloeg Hem ervan als de rechtvaardige Rechter aan Wie de losprijs was betaald. De Zoon ontdeed Zich ervan als de Overwinnaar van de dood. De Heilige Geest heiligde Hem van de smetten der zonden, die op Hem gelegd waren.
De Paasmorgen brengt tevens Gods liefde aan het licht. De uitlatingen van 's Vaders gunst voor Zijn heilig Kind waren in de lijdensweek al schaarser geworden, ja het scheen tenslotte, of zij geheel waren verdwenen. Doch de verrijzenis uit de dood handhaafde de verzekering: “Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb.” De Paasmorgen doet ook Gods trouw uitblinken. Het was door David geprofeteerd: “Gij zult niet toelaten, dat Uw heilige de verderving zie”. De stormen van Golgotha hadden deze toezegging niet weggevaagd. Nee, de Allerhoogste betoonde Zich in Jozefs hof een waarmaker van Zijn Woord.
Christus kent Zijn sterven en opstaan, maar ook wij moeten die in ons persoonlijk leven kennen. En dan ook in die volgorde, waarin Christus die heeft gekend. In die volgorde leert ook Zijn kerk die geestelijk kennen. En dat niet éénmaal maar telkens opnieuw.
Niemand kan met Christus opstaan, dan die eerst met Hem gestorven is. Indien wij dan met Christus opgewekt zijn, door de Heilige Geest, zijn we eerst met Hem gestorven.
Gestorven aan de zonden, aan onze wereldzin, aan onze eigen “ik”. Zal het goed met ons zijn, dan moet de oude mens het graf in. Ons natuurlijke “ik” dat in vijandschap verkeert met God, moet de dood in en een andere gezindheid van het hart moet worden geboren, zodat het onze vraag wordt: “Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal”.
Gods kind hangt aan het kruis, niet om verzoening te verkrijgen met de Heilige God, dat bewerkte de offerande van Immanuël. Maar Gods Kind hangt aan het kruis om Zijn in Adam verdorven aard te verliezen, maar wordt ook opgewekt tot een nieuw leven om de Heere recht te kennen, lief te hebben en voor Hem te leven.
Paulus mocht veronderstellen, dat zijn brieflezers niet vreemd waren aan dit zielsgebeuren. Is dat bij ons ook zo? Liggen Goede Vrijdag en Pasen ook in ons leven vlak bij elkaar? Zoekt dan de dingen die boven zijn. Dit zoeken eist de mens met heel zijn leven op. Moet dan de herboren mens onverschillig staan tegenover het tijdelijke en stoffelijke? Geen belangstelling voor gezin, werkkring en samenleving? Zal men dan alleen aan de hemel denken?
Als we het hoofdstuk verder lezen, zien we dat juist de huiselijke plichten sterk benadrukt worden. Neen, de scheidslijn tussen “boven” en “beneden” loopt anders. Waarheid, gerechtigheid, vrede, liefde, heiligheid, vergevingsgezindheid - dat zijn de dingen, die “boven” zijn. Leugen, haat, zelfzucht, hoogmoed, onreinheid - dat zijn de dingen, die van de “aarde” zijn.
We kunnen in de kerk zitten en ijverig bedenken de dingen, die van de aarde zijn. We kunnen met ons werk bezig zijn, met onze dagelijkse bezigheden en bedenken en zoeken de dingen, die van boven zijn.
Is het nog nodig, dat de Heilige Geest Zijn vermaning richt tot hen, wier leven met Christus in God verborgen is? De begenadigde blijft op aarde een tweemens. Het nieuwe beginsel in hem streeft opwaarts, maar de oude Adam trekt naar beneden.
Daarom blijft het waarschuwend woord van de Heere Jezus ons gehele leven van kracht: “Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak”. Alleen in afhankelijkheid van de Overwinnaar van Pasen zal de overwinning op onszelf en onze vijanden worden bepaald.
Pasen is het feest der overwinning. Geen vijand hield Davids grote Zoon omkneld. Nu is Hij ook machtig maar ook gewillig de machten die ons bij Hem vandaan houden te overwinnen. De machten van onwilligheid, vijandschap, ongeloof en zonde zijn aan Zijn zegewagen gebonden.
Indien het stervensproces aan de zonde en de wereld, dat in de wedergeboorte aanvangt en bij de dood pas beëindigd wordt, in u nog niet is aangevangen, smeek dan de Heere om Zijn Heilige Geest. Die zal u van die zonden overtuigen en er u naar doen verlangen, ze te mogen afsterven. Dan zal uw hart u doen zoeken, de dingen die boven zijn.
Ds. H. Paul