banner_kerk2.jpg
joomla responsive menu free

Alles behalve liefde of enkel liefde ...

"Haar zonden zijn haar vergeven, die vele waren; want zij heeft veel liefgehad; maar dien weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief."
Lukas 7:47

De Heere Jezus is uitgenodigd voor een maaltijd in het huis van Simon de Farizeeër. Waarom wil Simon de Zaligmaker zo dichtbij hebben? Aan zijn tafel? Uit het Bijbelgedeelte (Lukas 7:36 - 50) blijkt dat het alles behalve liefde is wat hem dreef. En dan komt zomaar die vrouw binnenlopen. Niet ongebruikelijk in het Oosten, maar nu is het bijzonder pijnlijk. Want ze staat bekend als een zondares. Dat zijn we toch allemaal, zondaren en zondaressen? Ja, maar uit het Schriftgedeelte blijkt dat het een publieke vrouw is. Een vrouw die aan de zonde haar brood heeft verdiend. Waarom wil zij dichtbij Jezus zijn? Uit enkel liefde! En al kunnen de stekende blikken van de gasten haar wel wegkijken, ze ziet niemand dan Jezus alleen. Ze gaat achter Hem staan, Die aanligt aan de tafel van Simon en weent. Warme tranen van diepe zondesmart rollen op Jezus voeten. Wellicht wat verschrikt droogt ze met haar lange haren Zijn voeten af, kust zelfs die voeten en giet er kostbare zalf over uit. Deze naamloze vrouw zegt helemaal niets, maar haar daden zeggen genoeg.
Simon, de gastheer denkt: zie je wel, nu blijkt wie Jezus is! Als Hij een profeet was, zou Hij het nooit hebben toegelaten. Simon begrijpt er niets van. Als je geen schuld voelt, geen zondelast denkt te hebben, heb je ook deze Zaligmaker niet nodig.
Jezus neemt het woord en vertelt de gelijkenis van twee schuldenaars. De schuld van de één is tien keer groter dan die van de ander. En toch is er een overeenkomst: beiden hebben geen penning om te betalen. De geldschieter scheldt beiden de schuld vrij. Wie zal nu het meest dankbaar zijn? Wie zal de schuldeiser het meest liefhebben? 't Is geen moeilijke vraag en Simon geeft antwoord. Wel zegt Jezus: 'Ziet gij deze vrouw?' Simon heeft haar nog geen blik waardig gekeurd, maar nu wordt ze vergeleken met zijn handelen! ‘U hebt Mij geen enkel eerbewijs toegebracht. Geen welkomstgroet, geen voetwassing en geen druppel olie op het hoofd. Maar deze vrouw heeft Mijn voeten gewassen, gekust en gezalfd.’
Enkel liefde, ook in het onderwijs van de Heere Jezus. Jezus had kunnen zeggen: ‘Simon, je hebt nog nooit gezien hoe zondig jij bent en daarom heb jij geen echte Zaligmaker nodig.’ Deze vrouw heeft iets gezien van haar zondige leven en heeft wel een Zaligmaker nodig. Je staat op één lijn met die slechte vrouw. Zij kan haar schuld niet betalen, maar jij ook niet.
Wat een liefde schuilt er in dit onderwijs! De liefdeloze Simon wordt onderwezen door de liefdevolle Zaligmaker. Jezus heeft die vrouw tot Zich getrokken met de koorden van Zijn liefde. Maar meer, want Hij zegt: 'Haar zonden zijn haar vergeven, die vele waren; want zij heeft veel liefgehad; maar dien weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief.’ We moeten de woorden zo uitleggen: deze vrouw met haar vele zonden heeft vergeving ontvangen en daarom heeft zij veel lief. De liefde die ze komt betuigen, is het bewijs dat Hij haar eerst liefgehad heeft. En aan het adres van Simon wil het dit zeggen: 'U hebt Mij helemaal niet lief, dus is u blijkbaar nog niets vergeven. Simon, je weet nog niet wat vergeving is ...’
Lezer, lezeres, hoe is het in ons hart? Alles behalve liefde tot de Heere? Dan hebben we nog nooit onze zondelast gezien en nog nooit een Zaligmaker nodig gehad. Of is het zoals deze vrouw enkel liefde? Ze is heengegaan in vrede. Haar geloof heeft haar behouden en haar vele zonden zijn haar vergeven. En misschien heeft het gezongen in haar hart:
God heb ik lief; want die getrouwe HEER'
Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen;
Hij neigt Zijn oor, 'k roep tot Hem, al mijn dagen;
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.

Ds. B. Labee

 
Eerder verschenen meditaties:

Meditatie Schrijver Kerkbode 

Alles behalve liefde of enkel liefde ... - Ds. B. Labee - 06 - 2019
De regenboog - Ds. C. van Ruitenburg - 05 - 2019
David en Bathseba - Ds. W. Harinck - 04 - 2019
Gij zijt de Christus! - Ds. J.W. Verweij - 03 - 2019
Nogmaals de oorlogen van David - Ds. W. Harinck - 02 - 2019
De weg des Heeren - Ds. L. Terlouw - 01 - 2019
Zonlicht voor vrezenden - Ds. G.W.S. Mulder - 22 - 2018
Een woord uit het hart - Ds. B. van der Heiden - 21 - 2018
De verwondering van Mefiboseth - Ds. W. Harinck - 20 - 2018
De gesloten deur - Ds. J. Driessen - 19 - 2018
David doet weldadigheid aan Mefiboseth (2) - Ds. W. Harinck - 18 - 2018
Maar zo wie Zijn Woord bewaart - Ds. M. Golverdingen - 17 - 2018
De dierbaarheid van Christus - Ds. J.B. Zippro  - 16 - 2018
David doet weldadigheid aan Mefiboseth (1) - Ds. W. Harinck - 15 - 2018
Reizen - Ds. D.W. Tuinier - 14 - 2018
Een laatste groet - Ds. W. Harinck - 13 - 2018
Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding - Ds. J. van Rijswijk - 12 - 2018
De oorlogen van David - Ds. W. Harinck - 11 - 2018
De Trooster - Ds. W. Silfhout - 10 - 2018
Predikt het Evangelie aan alle creaturen - Ds. W. Visscher - 09 - 2018
Ware nederigheid - Ds. W. Harinck - 08 - 2018
Een nieuw begin - Ds. J.S. van der Net  - 07 - 2018
Het verlangen van David om voor de Heere een huis te bouwen - Ds. W. Harinck - 06 - 2018
Een wenende Jezus - Ds. A.B. van der Heiden - 05 - 2018
Ik ben de goede Herder - Ds. H. Paul - 04 - 2018
David haalt de ark naar Sion - Ds. W. Harinck - 03 - 2018
Gekomen en niet aangenomen - Ds. C.G. Vreugdenhil - 02 - 2018
Alle dingen nieuw - Ds. D. Rietdijk - 01 - 2018
Jezus Christus is de Eeuwige - Ds. W. Haricnk - 22 - 2017
Immanuël - Dr. H.F.Kohlbrugge - 21 - 2017
Soli Deo Gloria - Ds. W. Harinck - 20 - 2017
Uit genade zalig - Ds. D.W. Tuinier - 19 - 2017
Solus Christus - Ds. W. Harinck - 18 - 2017
De stilte na de storm - Ds. R. Kattenberg - 17 - 2017
Loof de Heere, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden. - Ds. J.J. Tanis - 16 - 2017
Sola Scriptura - Ds. W. Harinck - 15 - 2017
Door Zijn striemen is ons genezing geworden. - Ds. C. Harinck - 14 - 2017
Sola Gratia - Ds. W. Harinck - 13 - 2017
Goddelijk onderzoek - Ds. J.J. van Eckeveld - 12 - 2017
Sola fide - Ds. W. Harinck - 11 - 2017
Hemelvaart - Ds. W. Silfhout - 10 - 2017
Eén ding - Ds. L. Terlouw - 09 - 2017
De verovering van Jeruzalem - Ds. W. Harinck - 08 - 2017
De kraaiende haan - Ds. D.W. Tuinier - 07 - 2017
De dood van Isboseth - Ds. W. Harinck - 06 - 2017
Ik heb grotelijks begeerd ... - Ds. J.M. Kleppe - 05 - 2017
Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, O HEERE! - Ds. A. Moerkerken - 04 - 2017
De les uit de dood van Abner - Ds. W. Harinck - 03 - 2017
Verzocht - Ds. K. Boeder - 02 - 2017
De poorten der hel - Ds. H. Paul - 01 - 2017
De Christus van het Kerstfeest - Ds. W. Harinck - 22 - 2016
Een toegerust volk - Ds. H. Hofman jr. - 21 - 2016
Een aanhoudende strijd - Ds. W. Harinck - 20 - 2016
Geliefden, moet ge zeggen: 'ik heb veel' of moogt ge zeggen: 'ik heb alles'? - Ds. J. Mijnders - 19 - 2016
David koning over Juda - Ds. W. Harinck - 18 - 2016
Misgunde genade - Ds. M.J. van Gelder - 17 - 2016
David ontvangt het bericht van de dood van Saul en Jonathan - Ds. W. Harinck - 16 - 2016
De gelijkenis van het zuurdesem - Ds. R.A.M. Visser - 15 - 2016
De dood van Saul - Ds. W. Harinck - 14 - 2016
Wat zoekt u? - Ds. L. Terlouw - 13 - 2016
De zending van Gods heil - Ds. J. Driessen - 12 - 2016
Op eigen wegen krijg je God tegen - Ds. H.A. van Zetten  - 11 - 2016
Davids buit - Ds. W. Harinck - 10 - 2016
Het werk van de Geest van Pinksteren - Ds. J.M. Kleppe - 09 - 2016
Hemelvaart - Ds. A.B. van der Heiden - 08 - 2016
Het geheim van de ware sterkte (2) - Ds. W. Harinck - 07 - 2016
De opstanding - Ds. J. Schipper - 06 - 2016
Biddag in de lijdenstijd - Ds. P. Mulder - 05 - 2016
Het geheim van de ware sterkte (1) - Ds. W. Harinck - 04 - 2016
Nu niet - aanstonds! - Ds. A. Vergunst - 03 - 2016
David en de Filistijnen - Ds. W. Harinck - 02 - 2016
Nieuwjaar - Ds. J. Driessen - 01 - 2016
Het Koningschap van de Messias - Ds. W. Harinck - 22 - 2015
De sterke Verlosser - Ds. A.F. Honkoop - 21 - 2015
Saul te Endor - Ds. W. Harinck - 20 - 2015
Vervulling - Ds. G.W.S. Mulder - 19 - 2015
David in het land van de Filistijnen - Ds W. Harinck - 18 - 2015
Mijn tijden zijn in Uw hand - Ds. H. Paul - 17 - 2015
Vrees en ongeloof - Ds. W. Harinck - 16 - 2015
Zichzelven voor mij overgegeven - Ds. D. Rietdijk - 15 - 2015
Klaar voor de toekomst? - Ds. W. Harinck - 14 - 2015
Op reis - Ds. M. Karens - 13 - 2015
De laatste kans voor Saul (2) - Ds. W. Harinck - 12 - 2015
Het geluid van de Heilige Geest - Ds. J. van Haaren - 11 - 2015
De Geest maakt levend - Ds. W. Harinck - 10 - 2015
Opgevaren in de hoogte - Ds. J.B.Zippro - 09 - 2015
De laatste kans voor Saul (1) - Ds. W. Harinck - 08 - 2015
Ik en gij - Ds. A. Schot - 07 - 2015
Christus de Hoeksteen - Ds. W. Harinck - 06 - 2015
Alles uit handen geven - Ds. A. Karens - 05 - 2015
Is Hij voor u ook het leven? - Ds. A. Bac - 04 - 2015
David tot inkeer gebracht - Ds. W. Harinck - 03 - 2015
Alleen dóór Hem zalig - Ds. A. Moerkerken - 02 - 2015
Een gebed tot de HEERE aan het begin van het nieuwe jaar - Ds. D. W. Tuinier - 01 - 2015
Christus is Vrede - Ds. W. Harinck - 21 - 2014
Verwachting - Ds. J.B. Zippro - 20 - 2014
De wijsheid van Abigaïl - Ds. W. Harinck - 19 - 2014
Vergeet nooit een van Zijn weldadigheden - Ds. A.J. Gunst - 18 - 2014
De dwaasheid van Nabal - Ds. W. Harinck - 17 - 2014
Gods grote daden - Ds. R.A.M. Visser - 16 - 2014
Jehovah is Koning - Ds. C. Harinck - 15 - 2014
De scholen beginnen weer - Ds. M.J. van Gelder - 14 - 2014
Davids getuigen en Sauls erkennen - Ds. W. Harinck - 13 - 2014
Heilig leven voor God - Ds. J.J. Tanis - 12 - 2014
David spaart het leven van Saul - Ds. W. Harinck - 11 - 2014
Vervuld met de Heilige Geest - Ds. J. van Vliet - 10 - 2014
Evangelie voor Jeruzalemse zondaren - Ds. W. Harinck - 09 - 2014
Goddelijke bewaring - Ds. W. Harinck - 08 - 2014
Christus, het Leven - Ds. F. Harinck - 07 - 2014
Berusting en Hoop - Ds. W. Harinck - 06 - 2014
Gebed om Gods barmhartigheden - Ds. L. Terlouw - 05 - 2014
Geloofstrouw en geloofsverwondering - Ds. C.G. Vreugdenhil - 04 - 2014
In de spelonk van Adullam - Ds. W. Harinck - 03 - 2014
Jezus ontvangt de zondaars - Ds. D.W. Tuinier - 02 - 2014
De vlucht naar Egypte - Ds. A. Elshout - 01 - 2014
De grootheid van Christus - Ds. W. Harinck - 20 - 2013
Christus' komst in het vlees - Ds. J. van Haaren - 19 - 2013
Het spoor bijster - Ds. W. Harinck - 18 - 2013
Dankdag - Ds. A. Moerkerken - 17 - 2013
Hervorming - Ds. W. Harinck - 16 - 2013
Herfst - Ds. H. Hofman - 15 - 2013
'k Zal gedenken ... - Ds. W. Harinck - 14 - 2013
Inscherpen - Ds. D.W. Tuinier - 13 - 2013
Genoeg - Ds. H. Paul - 12 - 2013
Davids vlucht - Ds. W. Harinck - 11 - 2013
Het eerste, ware gebed van Saulus - Ds. A. Vermeij - 10 - 2013
Ware vriendschap - Ds. W. Harinck - 09 - 2013
Een biddende gemeente - Ds. H. Hofman sr. - 08 - 2013
Houd in gedachtenis... - Ds. A. Elshout - 07 - 2013
David en Goliath (3) - Ds. W. Harinck - 06 - 2013
Christus voorzegt Zijn kruisdood - Ds. Chr. van der Poel - 05 - 2013
Bidden - Ds. P. Mulder - 04 - 2013
David en Goliath (2) - Ds. W. Harinck - 03 - 2013
David en Goliath (1) - Ds. W. Harinck - 02 - 2013
Onze tijden zijn in Gods hand - Ds. J.J. van Eckeveld - 01 - 2013
De Messias en Zijn werk - Ds. W. Harinck - 21 - 2012
Advent: Hij komt! - Ds. J.J. van Eckeveld - 20 - 2012
David speelt voor Saul op de harp - Ds. W. Harinck - 19 - 2012
Geleend goed - Ds. C. Harinck - 18 - 2012
De zalving van David - Ds. W. Harinck - 17 - 2012
Gods verrassend verkiezen - Ds. W. Harinck - 16 - 2012
Het goud van Scheba - Ds. J. Driessen - 15 - 2012
En hij is een vriend Gods genaamd - Ds. G. Clements - 14 - 2012
Horen en spreken - Ds. W. Harinck - 13 - 2012
Uitgaan... - Ds. W. Harinck - 12 - 2012
Gebed der gemeente - Ds. E. Bakker - 11 - 2012
Aan de vrucht wordt de boom gekend - Ds. H. Paul - 10 - 2012
De Geest van Christus uitgezonden in het hart - Ds. W. Harinck - 09 - 2012
Van de opstanding hang alles af - Matthew Henry - 08 - 2012
Jezus, dit gezegd hebbende, ging uit… - Ds. R. Boogaard - 06 - 2012
Jezus' opgaan naar Jeruzalem - Ds. W. Harinck - 05 - 2012
Deze ellendige riep, en de Heere hoorde - Ds. G.J. van Aalst - 04 - 2012
Het Zelfgetuigenis van Jezus - Ds. W. Harinck - 03 - 2012
Een indringende vraag - Ds. W. Visscher - 15 - 2011
Een oude maar niet verouderde zonde - Ds. W. Harinck - 14 - 2011
Want Ik ben niet gekomen om te roepenrechtvaardigen,
maar zondaars tot bekering
- Ds. H. Paul - 13 - 2011
Gods onmisbare zegen - Ds. W. Harinck - 12 - 2011
De Geest maakt zondaren vrij - Ds. W. Harinck - 11 - 2011
Deze zijn beschreven opdat... gij gelooft, dat Jezus is de Christus - Ds. H. Hofman Sr. - 10 - 2011
Een opdracht van de Koning - Ds. J. Driessen - 09 - 2011
Naar de Schriften - Ds. W. Harinck - 08 - 2011
Goede Vrijdag - Pasen - John Bunyan - 07 - 2011
De bewogenheid van Jezus - Ds. W. Harinck - 06 - 2011
De verlossing van een elendige - Ds. J.B. Zippro - 05 - 2011
Het geluk van het volk dat de Heere tot zijn God heeft. - Ds. W. Harinck - 04 - 2011
Hij moet wassen, maar ik minder worden. - Ds. K. de Gier - 02 - 2011
Een indringende vraag aan het begin van het nieuwe jaar - Ds. W. Harinck - 01 - 2011
Het evangelie van Jezus Christus - Ds. W. Harinck - 21 - 2010
Arm geworden – ook voor u, voor jou? - Ds. J. Driessen - 20 - 2010
Licht - Ds. W. Visscher - 19 - 2010
Dankdag: alles voortreffelijk op zijn tijd - Ds. W. Harinck - 18 - 2010
Jeugdige Godsvrucht! - Ds. W. Harinck - 17 - 2010
Geloofshonger en geloofsijver - Ds. C.G. Vreugdenhil - 16 - 2010
Schuilen bij God - Ds. W. Harinck - 15 - 2010
Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik ... - Ds. G.J.N. Moens - 14 - 2010
De les van de mieren - Ds. W. Harinck - 13 - 2010
De verkondiging van de goede boodschap - Ds. W. Harinck - 12 - 2010
Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop - Ds. J. van Haaren - 11 - 2010
De raad van Gamaliël - Ds. G. Beens - 10 - 2010
De andere Trooster - Ds. J. Driessen - 09 - 2010
De levensles van de Levensvorst - Ds. G.J. van Aalst - 08 - 2010
Een boodschap voor mensen die zichzelf moeten afschrijven - Ds. A.B. van der Heiden - 07 - 2010
Zoekt de dingen, die boven zijn - Ds. H. Paul - 06 - 2010
Ga in uw binnenkamer - Ds. A. Vergunst - 05 - 2010
Gebed om Gods barmhartigheden - Ds. L. Terlouw - 04 - 2010
Verhoging van de Zoon des mensen - Ds. A. Bac - 03 - 2010
Hij moet wassen, maar ik minder worden - Ds. K. de Gier - 02 - 2010
Een gepaste nieuwjaarsbede - Ds. B. van der Heiden - 01 - 2010
Want Uw Licht komt - Ds. M.J. van Gelder - 21 - 2009
De volheid des tijds - J.C. Philpot - 20 - 2009
Christus' komst - Ds. A. Schot - 19 - 2009
Maar één…? - Ds. L. Terlouw - 18 - 2009
Ons leven - Ds. A. Bac - 17 - 2009
Worden als een kind - Ds. P. Melis - 16 - 2009
Droefheid naar God - Ds. A.B. van der Heiden - 15 - 2009
Weer naar school - Ds. A. Moerkerken - 14 - 2009
De verloren zoon - Ds. J. van Haaren - 13 - 2009
Bijna bewogen - Ds. H. Paul - 12 - 2009
Pinksteren - Ds. J.B. Zippro - 11 - 2009
Zegenende handen - Ds. D.W. Tuinier - 10 - 2009
De Trooster - Ds. W. Visscher - 9 - 2009
Opstanding - Ds. J.M. Kleppe - 8 - 2009
De liefdegeur in de gemeente onder het kruis - Ds. C.G. Vreugdenhil - 7 - 2009
Het Brood des levens - Ds. G.J.N. Moens - 6 - 2009

Alles behalve liefde of enkel liefde ...

"Haar zonden zijn haar vergeven, die vele waren; want zij heeft veel liefgehad; maar dien weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief."
Lukas 7:47

De Heere Jezus is uitgenodigd voor een maaltijd in het huis van Simon de Farizeeër. Waarom wil Simon de Zaligmaker zo dichtbij hebben? Aan zijn tafel? Uit het Bijbelgedeelte (Lukas 7:36 - 50) blijkt dat het alles behalve liefde is wat hem dreef. En dan komt zomaar die vrouw binnenlopen. Niet ongebruikelijk in het Oosten, maar nu is het bijzonder pijnlijk. Want ze staat bekend als een zondares. Dat zijn we toch allemaal, zondaren en zondaressen? Ja, maar uit het Schriftgedeelte blijkt dat het een publieke vrouw is. Een vrouw die aan de zonde haar brood heeft verdiend. Waarom wil zij dichtbij Jezus zijn? Uit enkel liefde! En al kunnen de stekende blikken van de gasten haar wel wegkijken, ze ziet niemand dan Jezus alleen. Ze gaat achter Hem staan, Die aanligt aan de tafel van Simon en weent. Warme tranen van diepe zondesmart rollen op Jezus voeten. Wellicht wat verschrikt droogt ze met haar lange haren Zijn voeten af, kust zelfs die voeten en giet er kostbare zalf over uit. Deze naamloze vrouw zegt helemaal niets, maar haar daden zeggen genoeg.
Simon, de gastheer denkt: zie je wel, nu blijkt wie Jezus is! Als Hij een profeet was, zou Hij het nooit hebben toegelaten. Simon begrijpt er niets van. Als je geen schuld voelt, geen zondelast denkt te hebben, heb je ook deze Zaligmaker niet nodig.
Jezus neemt het woord en vertelt de gelijkenis van twee schuldenaars. De schuld van de één is tien keer groter dan die van de ander. En toch is er een overeenkomst: beiden hebben geen penning om te betalen. De geldschieter scheldt beiden de schuld vrij. Wie zal nu het meest dankbaar zijn? Wie zal de schuldeiser het meest liefhebben? 't Is geen moeilijke vraag en Simon geeft antwoord. Wel zegt Jezus: 'Ziet gij deze vrouw?' Simon heeft haar nog geen blik waardig gekeurd, maar nu wordt ze vergeleken met zijn handelen! ‘U hebt Mij geen enkel eerbewijs toegebracht. Geen welkomstgroet, geen voetwassing en geen druppel olie op het hoofd. Maar deze vrouw heeft Mijn voeten gewassen, gekust en gezalfd.’
Enkel liefde, ook in het onderwijs van de Heere Jezus. Jezus had kunnen zeggen: ‘Simon, je hebt nog nooit gezien hoe zondig jij bent en daarom heb jij geen echte Zaligmaker nodig.’ Deze vrouw heeft iets gezien van haar zondige leven en heeft wel een Zaligmaker nodig. Je staat op één lijn met die slechte vrouw. Zij kan haar schuld niet betalen, maar jij ook niet.
Wat een liefde schuilt er in dit onderwijs! De liefdeloze Simon wordt onderwezen door de liefdevolle Zaligmaker. Jezus heeft die vrouw tot Zich getrokken met de koorden van Zijn liefde. Maar meer, want Hij zegt: 'Haar zonden zijn haar vergeven, die vele waren; want zij heeft veel liefgehad; maar dien weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief.’ We moeten de woorden zo uitleggen: deze vrouw met haar vele zonden heeft vergeving ontvangen en daarom heeft zij veel lief. De liefde die ze komt betuigen, is het bewijs dat Hij haar eerst liefgehad heeft. En aan het adres van Simon wil het dit zeggen: 'U hebt Mij helemaal niet lief, dus is u blijkbaar nog niets vergeven. Simon, je weet nog niet wat vergeving is ...’
Lezer, lezeres, hoe is het in ons hart? Alles behalve liefde tot de Heere? Dan hebben we nog nooit onze zondelast gezien en nog nooit een Zaligmaker nodig gehad. Of is het zoals deze vrouw enkel liefde? Ze is heengegaan in vrede. Haar geloof heeft haar behouden en haar vele zonden zijn haar vergeven. En misschien heeft het gezongen in haar hart:
God heb ik lief; want die getrouwe HEER'
Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen;
Hij neigt Zijn oor, 'k roep tot Hem, al mijn dagen;
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.

Ds. B. Labee

David en Bathseba

"Doch deze zaak die David gedaan had, was kwaad in de ogen des HEEREN."
2 Samuel 11:27b

Er valt een donkere schaduw van zonde over het leven van David. De rest van zijn leven heeft hij de gevolgen van dit bedreven kwaad mee moeten dragen. Het gebeurde tijdens de oorlog met de Ammonieten. David is niet mee uitgetrokken met het leger. Hij is in zijn paleis gebleven. Joab heeft immers de leiding over het leger. En bij deze generaal is de belegering van de stad Rabba in goede handen. David neemt wat rust. Hij zoekt ontspanning. Maar juist de ledigheid, waarin David zijn tijd doorbrengt, is aanleiding tot zijn zonde.
Op een avond wandelt hij op het platte dak van zijn paleis, dat boven op een heuvel is gelegen. Hij ziet dan dat een vrouw zich in de tuin van haar huis aan het baden is. David begeert deze vrouw. Door het oog komt de begeerte zijn hart binnen. Hij laat informeren wie deze vrouw is. Het is Bathseba, de dochter van Eliam, de kleindochter van zijn raadsman Achitofel. Zij is getrouwd met Uria, een dappere officier in het leger van David.
David roept deze vrouw bij zich en pleegt overspel met haar. Als Bathseba merkt dat zij zwanger is geworden, stuurt ze bericht naar de koning. Wat nu?
David en Bathseba staan schuldig voor God. Zijn wet is geschonden. Naar Gods bevel moest de overspeler onder Israël gedood worden.
David bedenkt echter een manier om zijn zonde te bedekken. Eerst laat hij Uria naar Jeruzalem komen. Maar hoe David het er ook op aanlegt om Uria bij zijn vrouw te laten slapen, zodat hij door kan gaan voor de vader van het kind dat Bathseba verwacht, Uria weigert.
Als deze list mislukt, komt David tot een nog groter kwaad. Hij komt tot een moord. Joab krijgt per brief bevel om Uria bij de aanval op één van de gevaarlijkste punten te plaatsen en dan zijn mannen terug te trekken, zodat Uria zal sneuvelen in de strijd. En zo is het ook gegaan. Bathseba rouwt over het verlies van haar man en neemt daarna haar intrek in het paleis van David en wordt zijn vrouw.
David denkt dat nu het boek gesloten kan worden. Maar het was kwaad in de ogen des HEEREN! Voor het oog van de mensen had David het kwaad redelijk kunnen bedekken, maar voor het oog van God valt geen enkel kwaad te bedekken. God zag het en Hij is geen ledig aanschouwer. Ook de zonden van Gods kinderen vertoornen God. Ook bedroeven zij de Heilige Geest met hun zonden en verbreken zij de gemeenschap met God. Aangrijpend is dit diep vallen in de zonde van de man naar Gods hart. Hoe loopt dit af?
We zien hier in het leven van David dat de weg van de zonde bergafwaarts gaat. Als de mens begint te zondigen, kunnen wij ons in eigen kracht niet tot staan brengen. Het begon toen David haar zag. Door het oog sluipt de zondige begeerte zijn hart binnen. Zo is het met de oerzonde uit het paradijs ook gegaan: ‘Daarna de begeerlijkheid, ontvangen hebbende, baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde, baart de dood’ (Jakobus 1:15).
Ook Bathseba gaat hier niet geheel vrijuit. Zij staat medeschuldig. Ze heeft zich zichtbaar bloot gegeven. Of ze dat met opzet heeft gedaan? In ieder geval had zij het voorstel van David af moeten wijzen en niet toe mogen staan dat hij bij haar lag.
Verder verzwaart David zijn schuld door leugen, bedrog en zelfs doodslag. En al deze dingen waren kwaad in de ogen des HEEREN. Want David deed wat hem zelf behaagde en wat God mishaagde.
Wat ligt er een ernstige waarschuwing voor ons in deze donkere bladzijde uit Davids levensboek. Er is veel wat tot de zonde verleiden kan. Wat krijgen wij onder ogen? Door de oogpoort komt de verleiding tot de zonde binnen, het werkt de begeerte van ons hart en voor we het weten zitten we verstrikt in het kwaad. Hoe noodzakelijk is toch het gebed: ‘Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.’ Dat is: ‘Dewijl wij van onszelf alzo zwak zijn, dat wij niet één ogenblik zouden kunnen bestaan, en daartoe onze doodsvijanden, de duivel, de wereld en ons eigen vlees, niet ophouden ons aan te vechten, zo wil ons toch staande houden en sterken door de kracht van uw Heilige Geest’ (H.C. vraag 127).
David viel in verzoeking omdat hij Gods hulp niet zocht. Heel de middag had hij op zijn bed gelegen, niet om de Heere te zoeken, maar in luiheid en leegheid.
Waakt dan en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt. Wat is het nodig dat de Heere ons dit waken en bidden leert. Wie meent te staan, mag wel toezien dat hij niet valle. Alleen de vreze des Heeren bewaart ons voor de zonde. Want dan weten we van onze zwakheid, en van de ongelijke strijd. Daarom moeten we het des te meer hebben van de kracht van Christus. Alleen in Hem zullen we dan meer dan overwinnaars zijn.

Ds. W. Harinck

De regenboog

"Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende ziel, van alle vlees dat op de aarde is."
Genesis 9:16

Deze week was de biddag voor gewas en arbeid. Hoe zien we het nieuwe seizoen tegemoet? Hoe zal het gaan de komende tijd? Hoe zal het met de oogst gaan op het veld? We weten dat de gewassen op het land kunnen verregenen. Er kan ook een hittegolf komen, waardoor alles wegkwijnt. Nee, we denken niet zonder zorg aan de toekomst. De economie trekt dan wel weer wat aan, maar wie garandeert ons dat deze herstelt?
En wie geeft ons de zekerheid dat we niet werkeloos worden? De wereld om ons heen wordt bedreigd door terreur, door oorlogsgeweld, door ziekten. En ook voor u als weduwe, en voor u die ernstig ziek bent, valt het niet mee om vooruit te kijken. Hoe zal het gaan? Zo kunnen er donkere wolken boven ons samenpakken. En dan te bedenken dat in ons geen goed woont en we allemaal de eeuwige dood verdiend hebben. Ja, de kiemen van Gods oordeel dragen we in ons mee. We hebben voor het komende seizoen dan ook niets verdiend. Dat het ons toch zou mogen verootmoedigen voor Gods heilig aangezicht. '0, God, ga niet met ons in het gericht.’ Maar we vragen uw aandacht ook even voor wat anders. Kijk eens omhoog. Kijk, daar zien we ook de regenboog staan met zijn prachtige kleuren, de getuige van Gods trouw. En hoe luidde de belofte in Genesis 8:22 ook alweer? Voortaan, al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht niet ophouden. Ja, kijk ook maar eens omhoog, kijk maar naar de regenboog.
Dan hoeft u niet moedeloos te worden, maar mag u al uw zorgen in Gods hand neerleggen. M. Henry schrijft heel treffend: ‘Als wij het meest reden hebben te vrezen, dat de regen de overhand heeft, toont God dit zegel van de belofte, dat hij (de regen) de overhand niet zal hebben.’ Nee, het is niet de bedoeling dat u de oordelen van God vergeet, die verdiend zijn, zeker niet. Maar kijk toch ook eens naar de gouden korrels in de tarwearen. Kijk eens naar het brood dat u voor uw kinderen klaar mag maken. Kijk eens naar de uitreddingen die de Heere gaf in uw leven. Ziet u dan ook niet Gods oneindige trouw over zondige mensen?
Mijn boog. Die is voor Noach óók een teken geweest van Gods reddende genade. En Noach en de zijnen hadden het er niet beter afgebracht dan wij. En toch had God onderscheid gemaakt. Waarom? Hij had naar Zijn streng oordeel de ongelovige en onboetvaardige wereld met de zondvloed gestraft en de gelovige Noach, zijn acht zielen, uit Zijn grote barmhartigheid behouden en bewaard. Hadden ze dat verdiend? Nee toch? Ja, de Heere doet veel meer dan zorgen voor het tijdelijke. De regenboog is er het blijvende bewijs van, dat de Heere een God is van overvloeiende genade voor de grootste der zondaren. En wat is het groot dat een mens eten, drinken en gezondheid krijgt.
Wat is het groot dat we de geneeskunde hebben in ons land. Maar een mens heeft meer nodig. We moeten met God verzoend worden. We kunnen niet sterven met alleen de tijdelijke zegeningen. O, wat is het groot als we Gods zorgende hand mogen ervaren in het leven, maar besef toch ook, het is niet genoeg. Het zal er om gaan of we levend gemaakte kinderen van God zijn geworden. En dat wil God nu ook geven. Daar is de regenboog nu ook een bewijs van. Hij is een God van menigvuldige verlossing. Zie zo aan het begin van het nieuwe seizoen maar eens omhoog, ouders. Het kan nog voor uw kinderen. Zie maar omhoog, kind van God, het kan nog voor uw man of uw vrouw. Er is een mogelijkheid van zalig worden naar het verkiezende welbehagen Gods. Daarom is Noach met zijn acht zielen bewaard gebleven en daarom kan het nu ook voor u nog. Is dat geen wonder?
Ja, dan kan het donker zijn in het leven. Maar het is op aarde nooit zo donker geweest als toen Jezus riep aan het kruishout: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ Daar gingen al Gods baren over Gods Zoon heen. Daar heeft het geklonken: ‘Het is volbracht.' Daarom staat daar ook de regenboog. Zo mogen we een nieuw seizoen ingaan. Noach mocht na de zondvloed aan de slag om de aarde te bebouwen. En het regende op Zijn tijd. En de regenboog was er op Zijn tijd. En ook wij worden geroepen om ons werk te doen. Een ieder op de plaats en in de taak die de Heere hem en haar geeft. Wat rijk als u dan in al die dingen van het tijdelijke God in het oog mag hebben, om te mogen zien op de regenboog.
Ik zal zorgen. ‘Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende ziel, van alle vlees dat op de aarde is’ (Genesis 9: 16). Dat we dan maar tevreden zouden mogen zijn met wat we krijgen voor het komende seizoen. Tevreden met onze kleding en ons voedsel. Dat we maar goede rentmeesters mogen zijn in het heilige besef dat we alles in bruikleen hebben. De aarde zal nooit meer door water vergaan. Maar intussen worden we ook gewaarschuwd: ‘Maar de hemelen die nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, en worden ten vure bewaard tegen de dag des oordeels, en der verderving der goddeloze mensen’ (2 Petrus 3:7). Wat zal dat zijn als de elementen brandende zullen vergaan. Dan zal het er om gaan of u die trouw van Gods levendmakende werk in Christus ziel bevindelijk hebt mogen ervaren in uw leven. Kijk nog eens omhoog. Daar staat de regenboog. Bidt dan met biddag om Gods trouwe zorg voor het tijdelijke, maar vooral om dat levendmakende werk van Gods Geest in uw leven.

Ds. C. van Ruitenburg

Gij zijt de Christus!

"Ja Heere, ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zone Gods, Die in de wereld komen zou."
Johannes 11:27

Dit is de kern van het Evangelie waarmee de persoonlijke zaligheid staat of valt. Hoeveel andere zaken zijn buiten Gods Woord al aangedragen waarmee de mens zich geruststelt voor de allesbeslissende eeuwigheid. Maar hier gaat het om de zaak die de gehele kerk, door God verkoren in Christus, zalig maakt door het geschonken geloof. Daar mocht Martha van getuigen en belijden: 'Ik heb geloofd dat Gij zijt de Christus.’ ‘Een iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren, die heeft ook lief degene, die uit Hem geboren is’ (Johannes 5:1).
Het waren bange ogenblikken waarin Martha haar geloof in Christus mocht belijden. Lazarus, haar broer, was gestorven. Twee dagen na de boodschap van de beide zusters bleef de Heere met Zijn discipelen nog in de plaats waar zij waren. Hij had geen haast om de zieke en stervende Lazarus te genezen. Hij bleef waar Hij was. Daarin ontdekt zich Zijn uitnemende wijsheid waarin Hij met de Zijnen handelt tot Gods eer en hun zaligheid. Daarin ontvangen de discipelen onderwijs van Zijn gezegende lippen. 'En Jezus, dat horende, zeide: Deze krankheid is niet tot den dood, maar ter heerlijkheid Gods; opdat de Zone Gods door dezelve verheerlijkt worde.’
Martha kon bij het bericht van Jezus' komst niet blijven zitten, maar zij moet Hem Die zij liefheeft haar nood klagen. 'Heere, waart Gij hier geweest, zo ware mijn broeder niet gestorven' (vers 21). Dat geloofde zij als vrucht van wat wij lezen: 'Jezus nu had Martha en haar zuster en Lazarus lief.’ Hij heeft ons eerst liefgehad en onze liefde is de vrucht van Zijn eenzijdige liefde. De Heere Jezus heeft haar vertroost. Uw broeder zal weder opstaan. Zij wist dat hij met ons in de laatste dag zal opstaan. Over die opstanding van Lazarus spreekt de Heere Jezus niet, maar Hij wijst op Zichzelf. 'Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven. En een iegelijk die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?' (vers 25, 26). Hier openbaart zich een ootmoedig getuigenis van de Heilige Geest in haar leven: 'Ik heb geloofd dat Gij zijt de Christus.’ Het is de vrucht van Zijn onderwijs die zich hier openbaart. Als de geheel enige Profeet heeft Hij haar en al Zijn kinderen verwaardigd om Zichzelf in de openbaring van de kennis Gods te leren kennen.
Daarom leerden zij zien en verstaan, in het licht van de openbaring van de deugden Gods, dat zij buiten Hem niet kunnen bestaan. Dat heeft dat hartelijke berouw doen ontwaken: 'Ik ben door Uwe Wet te schenden, krom van lenden; vol van druk, benauwd van hart.’ Daar komt het door Hem openbaar wie wijzelf zijn. Hier wordt de tomeloze wortel van onze zelfliefde opengelegd, maar ook dat wij God haten. Daar wordt God door dat onderwijs zo beminnenswaardig, zodat wij van onszelf leren walgen. Hij alleen kan ons de Wet voorhouden, waarin onze schuldige plicht ten opzichte van onze Schepper wordt voorgesteld: God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Dan leren wij verstaan dat wij die Wet niet willen en kunnen onderhouden. In Zijn hand is de Wet een liefdesregel die een liefdessmart nalaat. Dat verbreekt en vernedert en doet God toevallen in Zijn recht en heiligheid. Daar wordt het omkomen in onszelf, maar ook wordt dat hartelijke vertrouwen op de Heere geboren. Christus ontdekt en ontledigt als Profeet, waardoor wij de heilzame wanhoop aan alles buiten Hem leren kennen. In die weg wordt het geloof beproefd.
Hij maakt door Zijn weg en werk de wond in de ziel, zoals hier bij Martha en Maria. Hier wordt de ziel ontvankelijk gemaakt en ontledigd voor Hem als het medicijn. Zo komt Christus te ontdekken en te ontledigen. Hij onderwijst als Profeet tot behoudenis, niet tot verdoemenis. Daarom mocht Martha in die weg van beproeving zo hartelijk van Hem getuigen en Hem verheerlijken: 'Gij zijt de Christus, de Zone Gods, Die in de wereld komen zou.’ Nee, God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden om die voor de tweede keer te veroordelen. 'Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden' (Johannes 3:17). 'Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in de Naam des eniggeboren Zoon van God' (Johannes 3:18).
Wie zegt u, dat Ik ben? Als u Hem nog niet wilt erkennen voor wie Hij is, dan is het ook waar wat Johannes de voorloper ons leert: 'En hetgeen Hij (Christus) gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij; en Zijn getuigenis neemt niemand aan' (Johannes 3:32). Daarom roept Hij u toe: 'Verhardt Uwe harten niet. maar laat u leiden.

Ds. J.W. Verweij